Toen de woningbouw in het Wilhelminadorp goed op gang kwam, is besloten om een aantal straten te vernoemen naar verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog. Niet zo heel vreemd, want destijds, vlak na de oorlog, leefde die herinnering aan de vreselijke dagen van de bezetting nog zeer sterk. Vanwege het 75-jarige bestaan van het Wilhelminadorp publiceert Groeiend Best daarom een serie verhalen die de verzetshelden toelicht naar wie die straten zijn vernoemd. Ze zijn geschreven door Adrie Brands en eerder al gepubliceerd in het blad van de erfgoedvereniging ‘Dye van Best’. Vandaag deel 27: Johan Brouwer.

Wat waren het voor mensen die in het verzet gingen? Een vraag die je kunt blijven stellen, maar waar telkens een ander en gebrekkig antwoord op komt. Dat gold ook voor Johan Brouwer. Wat maakte hem geschikt voor het verzet, wat dreef hem?

Johan Brouwer, werd geboren in Delfshaven in Rotterdam in 1898. Zijn vader was havenarbeider. Hij ging naar het Christelijk Gymnasium en ging zendelingenwerk doen. In 1919 hield hij hier echter mee op, omdat hij in een geloofscrisis kwam. Zijn leefwijze was intussen van dien aard dat hij altijd geld tekortkwam. Met zijn broer pleegde hij een bankoverval. Een bekende, die hiervan wist en hem hiermee chanteerde, werd door hem vermoord. Voor deze moord zat hij van 1922 tot 1928 in de gevangenis. In de gevangenis begon hij met een studie Spaans, die hij twee jaar na zijn vrijlating, cum laude, afsloot.

Reizen

Na zijn studie maakte Brouwer veel reizen naar Spanje en Portugal. Hier bekeerde hij zich tot het katholicisme en schreef hij leerboeken Spaans. In 1936, intussen getrouwd, vertrok hij naar Spanje, om verslag te doen van de burgeroorlog. Hij nam hier duidelijk stelling tegen de fascisten van Franco. Terug in Nederland hield hij lezingen waarin hij waarschuwde tegen het fascisme en tegen het gevaar van ‘non-interventie’, het beginsel van niet ingrijpen in de politieke situatie van andere staten.

Opvolger

In 1941 werd dr. J. van Praag, lector Spaans aan de universiteit van Amsterdam, ontslagen omdat hij joods was. Johan Brouwer werd tot zijn opvolger benoemd. Uit NSB-kringen kwam hierop veel kritiek vanwege het opgerakelde verleden van Brouwer. Hij werd door de burgemeester van Amsterdam geschorst en kort daarop ontslagen. Kort hierna sloot Johan Brouwer zich aan bij het verzet. Hij organiseerde studentenverzet, militaire oefeningen en daadwerkelijk verzet. Hij werkte mee aan het illegale blad ‘De Vrije Kunstenaar’ en hij spioneerde voor de geallieerden in Londen. Johan Brouwers was een inspirerend en motiverend verzetsman, een voorbeeld voor veel studenten.

Aanslag bevolkingsregister

Op 27 maart 1943 nam Brouwer, onder leiding van Gerrit van der Veen, deel aan de aanslag op het bevolkingsregister aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Hiermee wilden zij de Duitsers de administratie van de joodse inwoners van Amsterdam uit handen nemen. Vermomd als politieagent drong hij het gebouw binnen en blies dit met explosieven op. Het effect van deze actie was, hoewel geslaagd, toch gering. De meeste Amsterdamse joden waren intussen al opgepakt.

Binnen een week na de aanslag werden de meeste van de aanslagplegers opgepakt door de Duitsers. In juli 1943 werd Johan Brouwer, samen met een aantal medestrijders, doodgeschoten.