Toen de woningbouw in het Wilhelminadorp goed op gang kwam, is besloten om een aantal straten te vernoemen naar verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog. Niet zo heel vreemd, want destijds, vlak na de oorlog, leefde die herinnering aan de vreselijke dagen van de bezetting nog zeer sterk. Vanwege het 75-jarige bestaan van het Wilhelminadorp publiceert Groeiend Best daarom een serie verhalen die de verzetshelden toelicht naar wie die straten zijn vernoemd. Ze zijn geschreven door Adrie Brands en eerder al gepubliceerd in het blad van de erfgoedvereniging ‘Dye van Best’. Vandaag deel 26: Jan Wildschut.

Jan Wildschut werd op 28 november 1913 geboren in ’s-Hertogenbosch. Op zijn negentiende ging hij het leger in en diende hij vijf jaar bij het Regiment Huzaren. In 1937 werd hij opgeleid tot jachtvlieger. Bij het uitbreken van de oorlog in mei 1940, voerde hij ondersteunende vluchten uit om de oprukkende Duitsers tegen te houden. Driemaal steeg hij op om de Duitsers te bestoken. Tijdens zijn laatste vlucht wist hij, door heel laag te vliegen, ternauwernood aan de Duitsers te ontkomen en veilig te landen.

Toen in 1943 alle Nederlandse militairen bevel kregen zich bij de Duitsers te melden als krijgsgevangene, dook Jan Wildschut onder in Drenthe. Hier kwam hij in contact met Johannus Post, en sloot hij zich aan bij diens knokploeg en hield hij zich bezig met het overvallen van distributiekantoren en het stelen van officiële papieren. Later verplaatst zijn werkterrein zich naar het zuiden en was hij druk met het redden van Joodse kinderen. Tijdens een van deze acties voelde hij zich genoodzaakt een NSB/jodenjager, dood te schieten. Wanneer hij ook de handlanger van deze jodenjager probeerde neer te schieten, haperde zijn pistool. De volgende dag liep Jan een katholieke kerk binnen om zijn ‘moord’ te biechten.

Overval

Op 23 juni 1944 werd Jan Wildschut, tijdens de overval van een distributiekantoor in Haarlem, gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring in Amsterdam. Johannus Post besloot het Huis van Bewaring te overvallen en zijn strijdmakkers te bevrijden. De poging mislukt echter totaal. Johannus Post en enkele van zijn helpers werden overrompeld en vrijwel onmiddellijk doodgeschoten. Jan Wildschut probeerde nog weg te komen maar door toedoen van een NSB’er, die zijn fiets voor hem gooide, werd hij opgepakt.

Lijdensweg

Hierna volgde voor Jan Wildschut, een ware lijdensweg. Tot september 1944 zat hij in kamp Vught. Daarna werd hij afgevoerd naar kamp Natzweiler-Struthof. In een van de buitenkampen moest hij zware dwangarbeid verrichten. De omstandigheden waren er erbarmelijk. Volgens de berichten is Jan, hier op 31 januari 1945 door ondervoeding, ontbering en aftakeling, overleden.

In 1953 is Jan door de koningin geëerd met het Verzetskruis en in 1985 is hij geëerd met de ’Medaille der Rechtvaardigen onder de Naties van Yad Veshem’ voor het redden van een groot aantal Joodse kinderen.