Met maar liefst 4000 militairen en duizend voertuigen vormt 13 Lichte Brigade in Oirschot een belangrijk onderdeel van de oefening Grand Quadriga. Die vindt begin dit jaar plaats in Duitsland, Polen en Litouwen. Sinds Rusland buurland Oekraïne nu bijna exact twee jaar geleden binnenviel liggen de kaarten geheel anders dan de laatste decennia en lijken de dagen van de Koude Oorlog weer dichterbij dan ooit. Op de legerplaats Oirschot werd vorige week uitgebreid tekst en uitleg gegeven over de komende oefening, die ervoor moet zorgen dat er bij dreiging in ‘no time’ een serieuze troepenmacht aan de oostflank van het NAVO-gebied staat.

door Rens van Ginneken

De kans is groot dat de legerplaats Oirschot vanaf 9 april een aantal weken zo goed als verlaten is. Met het vertrek van 13 Lichte Brigade reizen dan zo’n 4000 militairen – waarvan duizend van ondersteunende onderdelen - af met duizend voertuigen, naar Duitsland in eerste instantie. Grand Quadriga is weer onderdeel van een nog veel grotere oefening met 90.000 militairen uit tal van Europese landen, onder de naam Steadfast Defender 2024. Een snelle verplaatsing van een dergelijke grote troepenmacht hebben ze in Oirschot al sinds 1989 niet meer meegemaakt, erkent luitenant-kolonel Geerten ter Braak. “Maar onze brigade is wel bij uitstek geschikt voor zo’n snelle verplaatsing met onze gepantserde wielvoertuigen. Met rupsvoertuigen ben je gewoon langer onderweg”, zo stelt de overste. De bedoeling is dat er zeer snel opgeschaald kan worden, om de NAVO-troepen aan de oostflank van het gebied te versterken tot zo’n 800.000 militairen.

Bermbomveilig

Op het kazerneterrein staan ter illustratie verschillende typen van die gepantserde wielvoertuigen opgesteld, zoals een relatief kleine, maar snelle Fenneck met een .50 kanon en warmtecamera’s van de verkenningstroepen, een bermbomveilige Bushmaster van Australische makelij van de verbindingstroepen en een vrachtwagen met kraan voor het afslepen van gestrande voertuigen. De bemanningen staan erbij en geven graag uitleg over het technische spul en het wapentuig. Er wordt gelachen, maar het wordt wel duidelijk dat er hier geen risico’s worden genomen met de mogelijk meekijkende Russen: een foto mag, maar dan liefst wel met het gezicht afgedekt. Ook fotograferen in de voertuigen is uit den boze: een potentiële vijand hoeft niet te weten wat voor apparatuur er aan boord is.

In 10 dagen gevechtsklaar

Er wordt binnenkort van alles en nog wat geoefend in Duitsland bij Stendal – 13 Lichte Brigade is in dit NAVO-verband onderdeel van de Duitse 10. Panzerdivision – Polen en Litouwen. “Allereerst natuurlijk de snelle paraatheid. Als de alarmknop wordt ingedrukt moet onze brigade binnen tien dagen gevechtsklaar kunnen vertrekken en vervolgens in vier dagen tijd aan het oostelijk front ingezet kunnen worden, volgens het NATO Force Model”, aldus Ter Braak.

Complex terrein

“Er wordt onder meer geoefend in complex terrein, met hulp van luchtsteun, er wordt logistieke ervaring opgedaan en er wordt met de genietroepen ook een grootscheepse rivieroversteek geoefend bijvoorbeeld. In Litouwen vinden weer tactische oefeningen plaats en multinationale leiderschapstrainingen. Uiteraard gaan er ook robots en drones mee. Er is sinds de Koude Oorlog natuurlijk enorm veel veranderd in gevechts- en afweersystemen”, vertelt de overste. Angst voor een rammelende communicatie heeft Ter Braak zeker niet. “De voertaal zal Engels zijn en dat wordt door alle deelnemers zeer behoorlijk beheerst tegenwoordig. Nee; ik verwacht geen ‘Allo Allo-achtige taferelen’ eigenlijk”, vertelt hij met een glimlach.

Militair de eigen broek ophouden

Ter Braak erkent dat de kaarten nu duidelijk anders liggen dan een paar jaar geleden. “De Russische inval in Oekraïne was een keiharde wake-up call: waakzaamheid en snel kunnen acteren zijn weer belangrijker dan ooit. Ook daalt het besef in dat Europa de eigen broek moet kunnen ophouden op militair gebied. Die boodschap horen we ook steeds duidelijker uit de VS, die nu ook hun focus weer meer op China hebben. De afgelopen twee jaar komt er al meer budget voor Defensie, maar na twintig jaar afbraak waarbij de voorgeschreven twee procent ‘NAVO-contributie’ bij lange na niet werd gehaald is de achterstand natuurlijk niet in een mum ingehaald”, zo stelt hij. “Toch kunnen we nu al veel met wat we nog wel hebben: daar passen we onze concepten op aan. Het belangrijkste is dat we, zoals straks in Litouwen, tegen de grens met het Rusland gezinde Belarus, aan de Baltische NAVO-partners én aan de Russen laten zien: we zijn er en we zijn voorbereid. We kunnen daar de Russen praktisch in de ogen kijken”, zo besluit de luitenant-kolonel.