Joop en Francina De Beus-Bayards vierden onlangs, op 29 april, hun 70-jarig huwelijksjubileum. Een knappe prestatie die zeker niet vanzelfsprekend is. Al denkt Joop, die net 95 jaar is geworden, toch iets anders over.
Door Lydia Notz
“Hoe het komt dat we al zo lang samen zijn?” Joop antwoordt bescheiden: “Het gebeurt gewoon, je kunt er niets aan doen. Een goed huwelijk heb je als je elkaar de ruimte geeft; en af en toe mag het ook wel een keertje knetteren. Wij kennen elkaar dit jaar 80 jaar.” De mooiste momenten van het huwelijk? “Heb je een half uur?”, grinnikt hij.
In 1943 zagen zij elkaar voor het eerst in Den Haag. Francina, toen 16 jaar oud en woonachtig in Deventer, bracht een bezoek aan haar tante en nichtje in Den Haag. Bij de eerste logeerpartij ontmoette zij de leuke buurjongen en dat was Joop. Maar het bleef niet bij dat ene bezoek. In de oorlogsjaren en tot vlak erna, schreven zij elkaar veel brieven. Indien er wat geld was, stapte Francina in de trein naar Den Haag.
In 1948 vond de verloving plaats. Eigenlijk zou Joop toen naar Nederlands-Indië gaan, maar gelukkig ging dat niet door. In plaats daarvan verhuisde Francina in 1950 naar Den Haag waar zij drie jaar later trouwden. Haar trouwjurk heeft zij toen zelf gemaakt.
Stoppen met werken
Francina was voorheen werkzaam als kinderverzorgster, maar vanaf de huwelijkssluiting mocht zij niet meer werken. “Dat was toen zo in die tijd”, legt zij met wat weemoed uit. “Maar als je thuis zat en de man had een baan, dan had je het goed.”
Joop werkte als tv-technicus bij Erres. Na de overname van dit bedrijf in Den Haag in 1966 door Philips, ontstond er in 1969 een vacature in Eindhoven als artikelspecialist voor kleurentelevisies en het echtpaar verhuisde naar Best. Zij kregen twee kinderen en het gezin breidde vervolgens uit met kleinkinderen en achterkleinkinderen die verspreid over heel Nederland wonen.
Veel avonturen beleefd, heel Europa gezien
In 1986 stopte Joop vervroegd met werken. De kinderen waren het huis uit en het avontuurlijke leven kon beginnen. “Als verwende kampeerders hebben we alles bij elkaar 5 caravans versleten en 220.000 km door heel Europa gereden, tot aan Oost-Turkije en de Noordkaap. Frankrijk was onze achtertuin.“
Een tweetal reizen verliep voor hen bijzonder. Hun eerste vakantie ging in 1968 met de caravan door Tsjecho-Slowakije. “Wij reden door het land over alleen maar binnenwegen en langs de Russen die toen het land hadden bezet.” De reis helemaal door Turkije is hen ook goed bijgebleven. “Eigenlijk wilden wij ook Syrië zien. Maar mensen bij een Duits resort waarschuwden ons dat wij inclusief onze caravan, nooit meer teruggevonden zouden worden als we dat gingen doen. Dus zijn we maar omgekeerd.” Verre reizen ondernamen zij altijd met een bevriend echtpaar. ”Dan was je toch wat veiliger. Immers bestond de mobiele telefoon toen nog niet, je moest het doen met de radio.”
Nadat de burgemeester van Best die dag op de koffie was bij het echtpaar, zijn zij thuis verrast door een bezoek van de familie. Joop en Francina gaan niet meer zo ver van huis tegenwoordig, maar bijzondere gebeurtenissen zoals deze, worden nog steeds gevierd in de laatst overgebleven caravan (inmiddels in handen van de zoon).