De vrouwen senioren van AV Generaal Michaëlis zijn na de tweede van drie competitiewedstrijden, zondag in Eindhoven, al vrijwel zeker van weer een plaats in de tweede divisie. “We hebben geen steken laten vallen”, zegt trainer Marcel Leijten. “Alleen voor het polsstokhoogspringen hadden we niemand, net als drie andere clubs.” Ingrid Wouters behaalde een clubrecord kogelslingeren bij de Masters V40 en Lotte Aerts, als 16-jarige, een clubrecord 3000 meter steeplechase bij de senioren.

Dan dringt zich de vraag op: wat is nu zwaarder? De 400 meter horden of de 3000 meter steeplechase? De meningen zijn verdeeld: het ene is meer sprinten, het andere is meer een duurloop. Ilonka de Bresser, die de horden voor haar rekening nam: “Vergeleken met de 400 vlak, ben je je voortdurend aan het focussen op die volgende horde, tien in totaal. Dat maakt het anders.” Het warme weer van zondag leek Lotte Aerts niet te deren tijdens haar steeplechase, met 28 keer over die balk en zeven keer door die waterbak. Ze vond het ‘gewoon leuk’. In het verleden zei ze eens over haar lievelingsonderdeel: “Dan gebeurt er onderweg tenminste wat, dan is de 3000 vlak maar saai.” Ze eindigde zelfs als tweede, na lang op kop gelopen te hebben. Toch lieten maar liefst vier van de elf vrouwenteams in Eindhoven juist dit nummer vallen.

Nog zo’n buitenbeentje tijdens deze tweede competitiewedstrijd was het kogelslingeren. Pas na de eeuwwisseling kwam dit onderdeel voor de vrouwen officieel op het programma. Toch deden alle teams mee. GM-deelnemers Ingrid Wouters en Ilonka de Bresser zijn een paar weken geleden zelfs naar Oirschot uitgeweken om daar te oefenen. Alleen Ingrid Wouters had eerder, toen nog bij de Eindhovense studenten-atletiekvereniging, ervaring met dit nummer opgedaan. Ze zag zichzelf zondag ook met de discus ‘stabiel en gelijkmatig’ presteren.

‘Ga maar voluit’

Bij de loopnummers liep Lianne Verloop voor het eerst de 800 meter. “Ga maar voluit”, kreeg ze als opdracht mee. Dat deed ze ook. Ze bouwde na 500 meter zelfs een voorsprong op van zo’n 20 meter, maar met nog 30 meter te gaan schrok ze: “Hé, ze komen me voorbij.” In haar kielzog liep de 800 meter-specialist bij uitstek Veerle van Erp. “Ik ben van de winter geblesseerd geweest, maar gelukkig was ik nu wéér ietsje sneller, nog zes seconden van m’n pr.”

Channelyn Ambrosiussen verraste zichzelf met twee persoonlijke records: de 200 en 400 meter. Dat is opmerkelijk, omdat ze door stages de baantraining vaak moet laten schieten. “Wél heb ik in de sportschool veel aan krachttraining gedaan”, zegt ze. “Blijkbaar heeft dat goed geholpen. Ik weet zeker dat als ik straks - al is het maar eenmaal per week - op de baan weer op snelheid kan trainen, ik zó onder de minuut loop op de 400.” Haar sprinttrainster Irmgard Goud knikt instemmend. Nu bleef ze er nog twee seconden boven, met de vierde plaats. “Vroeger liep ik zelfs wat langere afstanden. Maar ik merkte al gauw dat ik het vooral van mijn snelheid moet hebben, het korte werk.” Als beste wedstrijd denkt ze terug aan haar Zuid-Nederlandse titel 400 meter van drie jaar geleden als junior.

Hoogspringspecialist Emma van de Valk sprong haar eerste wedstrijd van dit seizoen: “Ik kom net terug van vakantie, met 30 kilometer hiken. Niet direct de allerbeste voorbereiding. Ik sprong nu 1,45 meter, tien centimeter onder m’n pr.”

Landelijk staat de vrouwenploeg na twee wedstrijden op de twintigste plaats. De complete uitslag is te vinden op www.avgm.nl/uitslagen.

Bucketlist

Henk Plasman heeft op Hemelvaartsdag het Nederlands record 5000 meter snelwandelen bij de Masters M65 verbeterd. Tussendoor verbeterde hij ook zijn eigen nationale record op de 3000 meter met bijna 40 seconden. “Van de vijf records in mijn leeftijdsklasse heb ik er nu vier: 3000 meter indoor, 3000 en 5000 meter baan en de 10 kilometer op de weg van oktober vorig jaar. Alleen de 20 kilometer op de weg ontbreekt nog\. ..”

De omstandigheden in Gouda waren prima voor de snelwandelaar, een graad of 12 en bijna geen wind. “Na een iets te snelle start kwam ik te lopen in een groepje, waar ik veel steun aan had. Rondje na rondje kon ik de tijden onder m’n streeftijd houden. En zo kwam ik na 3000 meter door in vijf tellen boven de 16 minuten, vorig jaar tijdens de NK voor Masters was dat bijna 40 seconden langzamer. Op de 5000 meter eindigde ik net onder de 27 minuten. Dat is een verbetering van ruim een minuut van het oude record uit 1999 van de WK Masters in Engeland”, klinkt een opgetogen Henk Plasman.