In gezinnen die Moederdag vieren, staat de dag in het teken van het verwennen van moeder. Ze krijgt veelal ontbijt op bed en cadeaus. Ik weet nog goed dat ik eens om 5.30 uur hyper van de opwinding bij mijn ouders op bed dook. Met een gedrocht van een geschenk, gemaakt van oude wasknijpers en een lege eierendoos. ‘Wat mooi!’, geeuwde mijn moeder, ‘een paard’. ‘Nee ma, het is een brandweerwagen, alleen de wielen zijn er afgevallen. Die liggen nog onder mijn bed, denk ik’. Binnen enkele seconden lag het bed bezaaid met kralen en glittertjes.

Voor mijn vader, een bouwvakker die wel gewend was om op dit tijdstip wakker te worden, was de zondag heilig. Zijn rustdag, en het liefste een beetje uitslapen. Hij draaide zich om naar het tafereel en zijn rug verbrijzelde mijn brandweerwagen, toen ik met de wieltjes kwam aangerend. Ik was niet meer te troosten. Met veel geduld wist mijn vader er daarna nog een platte kar van te maken. Vervolgens zette hij er mijn lego poppetjes op, zodat het herstelde misbaksel toch nog iets weg had van de huldiging van de plaatselijke voetbalclub, die de week ervoor kampioen waren geworden. Huilend trok ik de juichende spelertjes door de slaapkamer. Wel heeft mijn vader die dag met een rug vol vingerverf rondgelopen. Eigen schuld.

In mijn uitgaansjaren heb ik mijn moeder wel om 02.30 uur wakker gebeld vanuit een kroeg om haar een fijne Moederdag te wensen. Dat werd toen op de een of andere manier niet echt op prijs gesteld. Wij als broers hebben ooit wel eens gekscherend gezegd: ‘Als je ontbijt op bed wilt ma, dan ga je vannacht maar in de keuken slapen’. Maar mijn moeder maakte je sowieso niet blij met zulke acties. Die kruimels in bed dat vond ze maar niks. Niet teveel opsmuk. Je maakte haar blijer met een stapel oude Libellen en Margrieten, dan met de nieuwste Linda of Vogue. ‘Het gaat om het gebaar’, zei ze altijd. Waarop we een keer een ochtendje allerlei seintjes hebben gegeven en handbewegingen gemaakt.

De laatste jaren waren de Moederdagen voor haar de momenten om terug te blikken op deze warme herinneringen. Ze genoot van het samenzijn. Schrijnender is de dag dat je moeder niet meer weet dat het Moederdag is. Voor de grap gaven we haar ooit nog een bosje vergeet-mij-nietjes.

We eren onze moeders. Dat mooie schepsel dat ons met gevaar voor eigen leven ter wereld bracht, dat onze hulpeloze poeperd verschoonde als we weer eens een luier hadden volgescheten, dat ons leerde praten en draaien om de oren gaf. Die mevrouw die altijd alles waste en opruimde, die ons naar school bracht en weer ophaalde. Mama, die altijd ’nee’ zei, nadat vader ’ja’ had gezegd en die ons altijd maar weer centjes toestopte.

We zetten haar weer in het zonnetje, kinderen. Wees een beetje zuinig op je moeder. Je hebt er maar één. Hoewel, inmiddels weet ik wat het allerergste is: géén Moederdag meer kunnen vieren.

Andy Marcelissen (Raamsdonkveer, 23 maart 1967) is tonprater, dichter en theatermaker en natuurlijk: Brabander. Hij geeft in deze column wekelijks zijn kijk op de actualiteiten, maar wel altijd: MET EEN VETTE KNIPOOG.