Familie Weber uit Engeland bezocht vorige week het oorlogsmonument op het terrein van museum Bevrijdende Vleugels bezocht. De familie legde een krans bij het monument. Bij een crash tussen twee Lancastervliegtuigen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kwamen vijftien bemanningsleden om het leven. Piloot Anthony Weber overleefde als enige de ramp. Familie van de overlevende piloot bracht het monument zondag een bezoek.

Door Theo Louwers

Op 8 februari 2020 werd dit monument onthuld voor vijftien gesneuvelde bemanningsleden van twee Lancaster bommenwerpers. Het waren de bemanningen van twee Engelse bommenwerpers, met als piloten C. McGregor en A. Weber, die op hun terugtocht van een raid op het Duitse Ladbergen met elkaar boven Oost-Barabant in botsing kwamen. Het monument kwam tot stand via een speciale werkgroep in samenwerking met museum Bevrijdende Vleugels, erfgoedvereniging Dye van Best en dankzij een aantal sponsoren. Op 8 februari 2020 was het precies 75 jaar geleden dat de bommenwerpers neerstortten in de bossen tussen Best en Son.

Monument

Voor de crash is geen precieze locatie vast te stellen. Men houdt daarom de plekken aan waar de grootste brokstukken (motoren, cockpit) van beide vliegtuigen gevonden zijn: de Zandstraat in Son en het Lisseven in Best. De plaats voor het monument is goed bereikbaar zodat belangstellenden er makkelijk kunnen komen om hun eer te bewijzen aan de gesneuvelden. Het monument is een blijvende herinnering.

Eerbetoon

De familie, speciaal overgekomen uit Engeland, bestond uit Gus Weber (11 jaar), Amelia Weber (13 jaar), Sarah Weber (50 jaar), James Weber (53 jaar), Richard Weber (50 jaar), Diane Weber (80 jaar) en zoon Peter Weber (81 jaar). Na de kranslegging kreeg de familie een rondleiding in museum. Ook maakte leden van de familie een vlucht in de flightsimulator in het museum. Die vlucht maakte dezelfde route als Anthony destijds over het gebied waar de Lancaster bommenwerpers met elkaar in botsing kwamen. De piloot die de ramp overleefde, de vader van Peter Weber, ging na de oorlog als vrachtvlieger aan de slag. Later verhuisde hij naar Australië. Daar overleed hij in 2003 op 85-jarige leeftijd. De intentie was om het monument eerder te bezoeken, maar corona strooide roet in het eten.