Ik was ambtshalve (haha, wat een verschrikkelijk woord) in Veghel. En wat denkt u? De zon scheen. Het was warm en ik had een verschrikkelijke dorst. Een terrasje van een restaurant naast het raadhuis lonkte. Ik vond er een mooi tafeltje in de schaduw. Ik zat nog maar net of ik werd begroet door Michel, een schat van een menneke. Hij glunderde: ‘Goedemiddag meneer, zeg het maar’. Ik bestelde een tonic en bespeurde een twinkeling in de ogen van mijn gastheer.

‘Bent u niet euhhh… euhhh … niks zeggen, ik weet het wel, euhh… niks zeggen hè… laat me even nadenken… euh…’ Ik zei niks, want ja, ik mocht niks zeggen. ‘Bent u Eddy Mercedis?’ Ik schoot in de lach en knikte bevestigend. Ik vond Eddy Mercedis al prima, je moest eens weten hoe ze m’n naam soms ‘uitschelden’. Ik ben ooit eens aangekondigd als: ‘Hier is de beste tonprater van Brabant, André Melis!’

Michel sprong een gat in de lucht. ‘Ik dacht het wel! Ik dacht het wel! Ik dacht het wel!’(x150) Hij rende naar de keuken en riep tegen al zijn collega’s: ‘Eddy Mercedis is hier!’ Consternatie alom.

Niet veel later stonden er enkele collega’s van Michel aan mijn tafel. Het was duidelijk dat die nog nooit van Eddy Mercedis hadden gehoord, maar ze waren door Michel zo enthousiast en nieuwsgierig gemaakt dat het leek alsof zojuist Robbie Williams was gesignaleerd. De keuken liep langzaam maar zeker leeg. Michel had ze in eventjes tijd met zijn bezieling besmet en wilden stuk voor stuk met mij op de foto. Ik poseerde geduldig. Opgestoken duimpjes, omhelzingen, lachende gezichten. Ze kenden me niet, maar in de twinkeling van hun ogen zag je dat ze het idee hadden dat ze zojuist op de foto waren gezet met de reïncarnatie van Napoleon.

Michel zou ze straks vast nog wel uitgebreid gaan uitleggen wie ik was. Voor nu was die foto even belangrijk, voordat het te laat was. Mocht straks uit het verhaal van Michel blijken dat er echt een bekende gast op het terras heeft gezeten, dan zouden ze er misschien wel spijt van hebben gehad dat ze het fotokansje niet hadden benut.

Michel had echter nog even helemaal geen tijd voor een toelichting. Vanuit mijn ooghoek zag ik hem een rondje maken over het terras, met mijn tonic op z’n dienblad en tegen iedereen roepend: ‘Eddy Mercedis zit op ons terras!’ Verbaasde blikken keken mijn kant op.

Er werd ondertussen een stapeltje bestelbonnen voor me neergelegd door de collega’s van Michel. Of ik daar mijn handtekening op kon zetten. ‘Voor mijn zus’, ‘voor mijn oom’, ‘voor Gerry’ en ‘voor mijn vriendin natuurlijk’. Ze maakten optimaal gebruik van mijn aanwezigheid.

Michel belde ondertussen naar huis. ‘Je raadt nooit wie er hier is. Eddy Mercedis! Nee, niet die acteur. Nee, ook niet die zanger. Nee, die tonprater, weet je wel. Ja, die!’ Mijn tonic had Michel ondertussen bij een andere klant op tafel gezet.

Na anderhalf verliet ik het terras. Ik werd uitgezwaaid door de bediening en het voltallige keukenpersoneel. Ik heb uiteindelijk geen druppel tonic op, maar wat heb ik genoten.

Andy Marcelissen (Raamsdonkveer, 23 maart 1967) is tonprater, dichter en theatermaker en natuurlijk: Brabander. Hij geeft in deze column wekelijks zijn kijk op de actualiteiten, maar wel altijd: MET EEN VETTE KNIPOOG.